De Vlaamse regering en GO! centraal investeren samen voor 15 miljoen euro in diepgaande renovaties binnen het gemeenschapsonderwijs via energieprestatiecontracten (EPC). EPC's worden als hefboom ingezet om versneld de gebouwinfrastructuur van het gemeenschapsonderwijs te verduurzamen. Bij een energieprestatiecontract investeert een derde partij in energiebesparende maatregelen. De investering wordt grotendeels terugbetaald door de gerealiseerde energiebesparing. Lees hier meer over EPC's.
Je kon als GO!-school een dossier indienen om mee te stappen in dit renovatieprogramma. Je diende hiervoor aan bepaalde voorwaarden te voldoen, zo moet de school voldoende groot zijn. Lees hier alle modaliteiten. De oproep liep tot eind januari 2023.
Vervolgens selecteren GO! en het VEB de projecten en zetten we de zoektocht naar de derde partij (Energy Services Company of ESCO) in. Uiterlijk eind 2025 moeten de klimaatfondsmiddelen vastgelegd zijn in concrete projecten. De evolutie van het energieverbruik, dat dus zal dalen als gevolg van de investeringen, zal opgevolgd worden in het energie- en dataplatform Terra.
Downloads
Opname webinar GO-VEB
This block contains content that requires you to allow marketing cookies. Change cookie settings
Op 28 oktober gaven we in een webinar al meer uitleg over dit renovatieprogramma. Kon je er niet bij zijn, herbekijk het webinar dan hier.
Veel gestelde vragen EPC's
De ESCO is gedurende de looptijd van het contract verantwoordelijk voor de installaties die zij geplaatst hebben. Met andere woorden, wanneer zij een nieuwe verwarmingsketel als een van de energiebesparende maatregelen opnemen, zal het onderhoud van deze installaties gedurende de contractperiode inbegrepen zijn. Een defecte installatie zal in dit geval niet leiden tot bijkomende kosten.
De NEN 2767 norm biedt een uitstekend hulpmiddel om een eenduidig en gestructureerd beeld te krijgen van de technische staat van bouw- en installatiedelen en de aanwezige risico’s. Inspecties volgens deze norm uitgevoerd, leveren heel wat nuttige gegevens voor een meerjaren onderhoudsplanning en budgetraming. Bij onze (O)EPC-projecten passen we deze norm ook toe. Zo kunnen we objectief de staat vóór de start van het project vastleggen volgens vastgestelde criteria. De meetmethode leidt tot een 'score' gaande van 1 (zeer goed) tot 6 (zeer slecht). Na afloop van het contract moet de technische staat minstens gelijk zijn.
Bij energieprestatiecontracten gaat het over wie eigenaar is van het gebouw, dat is bij erfpacht het geval en dus kan een gebouw betrokken bij erfpacht zeker mee opgenomen worden in een energieprestatieproject.
Waar studie, implementatie en onderhoud traditioneel door verschillende partijen gebeuren, is bij een EPC één Energy Service Company (ESCO) verantwoordelijk voor al die fases. In een EPC wordt de geplande besparing contractueel vastgelegd. Binnen de termijn van het contract – typisch 10 à 15 jaar – betaal je als vragende partij de ESCO met het budget dat je uitspaart door de gerealiseerde energiebesparing. Het kost je dus geen euro extra. Om de besparing te garanderen implementeert de ESCO een combinatie van energiebesparende maatregelen en eigen energieproductie in de gebouw(en). Na de termijn van het contract is elke winst voor de overheidsinstelling zelf.
Aangezien onderhoud een wezenlijk deel uitmaakt van energiebeheer, valt kostenefficiënt beheer en onderhoud van de gecontracteerde installaties eveneens onder het contract. Wanneer de klant dit wenst kunnen eveneens andere technische installaties onderhouden worden. In dat geval is er sprake van een onderhoud- en energieprestatiecontract of OEPC.
Klik hier voor extra informatie.
Er worden goede afspraken gemaakt rond de verantwoordelijkheden en taken van de ESCO en die van het eigen personeel van de entiteit. Een (O)EPC-project kan eveneens nieuwe opportuniteiten bieden voor de eigen mensen. Aangezien het eigen personeel de installaties door en door kent, kan dit samen met de kennis en de frisse kijk van de ESCO, leiden tot een win-win voor beide partijen.
U betaalt de ESCO met (een deel van) de energiebesparing die deze realiseert. De vergoeding houdt niet alleen de installatie in, maar ook het onderhoud van de geïnstalleerde energiebesparende maatregelen.
Dit kan zeker als de publieke dienst een trekkersrol op zich neemt met betrekking tot de huurders. Belangrijk is daarnaast te bepalen of de publieke dienst wenst door te rekenen aan de huurders of zelf bekostigt.
Wel moeten we opletten met residentiële gebruikers. Het VEB kan geen diensten rechtstreeks leveren aan residentiële afnemers. Dit is een heel ander juridisch kader.
Het VEB treedt op als facilitator van het EPC-project óf als aankoopcentrale om een facilitator aan te stellen die aan vereiste kwaliteitsnormel voldoet.
VEB als facilitator
Wij omringen u met alle nodige kennis om een dergelijk project succesvol af te ronden.
Bij de opstart van uw project bekijken we samen uw gebouwenpatrimonium, de energieverbruiken, uw toekomstplannen. We analyseren of een EPC nuttig kan zijn voor u en hoe dit de meeste meerwaarde voor u realiseert.
Eenmaal de gebouwen die deel uitmaken van het project vastliggen, zal een detailstudie uitgevoerd worden. Het resultaat van deze detailstudie is een uitgebreid technisch dossier met onder andere de technische beschrijving van alle installaties en de conditiemeting volgens NEN 2767. Deze documenten vormen de basis voor de aanbestedingsdocumenten. Door toepassing van een standaardbestek en -contract kunnen wij u een snelle doorlooptijd garanderen. Eenmaal het contract getekend kan VEB u ondersteunen tijdens de implementatiefase en de uitbating. U betaalt aan het VEB enkel een kostendekkende vergoeding per prestatie die onder meer door maximale standaardisatie en inzet van expertise laag kan worden gehouden.
De meest genomen maatregelen zijn aanpassingen aan de technische installaties of aan de regelingen. Vanzelfsprekend zal de ESCO eveneens op zoek gaan naar andere opportuniteiten zoals het vervangen van een verouderde verwarmingsinstallatie of het isoleren van leidingen.
Wanneer aan de voorwaarden voldaan wordt om de subsidie te bekomen kan dit meegenomen worden in een EPC. Belangrijke factoren hierbij zijn de omvang van de subsidie, de termijn waarop ze beschikbaar is en de zekerheid dat ze toegekend wordt.
In principe kan men een volledig gebouw (en dus ook de CHM erin) mee opnemen. Zolang de publieke dienst de contractpersoon is, er dus één centraal aanspreekpunt is.
Een ESCO is een energy service company, met andere woorden een leverancier van energiediensten. Een ESCO neemt binnen een (O)EPC de rollen op van zowel studiebureau, installateur en onderhoudsfirma. Als u een (O)EPC-project afsluit, betaalt u aan de ESCO een vergoeding op basis van de gerealiseerde energiebesparing.
De kredietwaardigheid van een ESCO is één van de criteria waaraan ze moeten voldoen bij selectie.
Welke metingen er gebeuren, zal van project tot project bekeken worden. We willen enkel diè onderzoeken uitvoeren of laten uitvoeren die een meerwaarde hebben voor het project. We kijken in functie van de beschikbare informatie en de samenstelling van het gebouwenpark, welke normen en metingen een toegevoegde waarde kunnen bieden en noodzakelijk zijn om een goede projectopvolging te garanderen. De energiestromen en de beïnvloedende parameters worden in kaart gebracht naar analogie van het IPMVP protocol. De toestand van de installaties wordt bijvoorbeeld, waar nodig, geïnventariseerd met behulp van NEN2767.
250.000 is een richtwaarde voor de totale factuur van de publieke dienst of clustering van publieke diensten die het contract aangaan.
Ja en nee.
Ja: u bekijkt uw gebouwenpark op langere termijn en wenst graag uw gebouwschil mee te integreren in het project. Gezien de terugverdientijd van dergelijke maatregelen kan het zinvol zijn om uw eigen budget mee in het project te integreren. Door toepassing van een EPC kunt u bijkomende maatregelen realiseren.
Nee: gebouwschilmaatregelen hebben doorgaans een lange levensduur, vragen een hoge investering en hebben dus ook een langere terugverdientijd. Daarom is het, zonder bijkomende budgetten te voorzien, niet ideaal om gebouwschilmaatregelen op te nemen in een EPC.
- De totale energiefactuur van een EPC-project bedraagt minimaal ongeveer 250.000 euro per jaar. Door gebouwen in éénzelfde project te bundelen kunnen eveneens gebouwen met een lager verbruik betrokken worden.
- De gebouwen die in aanmerking komen zijn niet meer onderworpen aan langdurige onderhoudscontracten voor onderhoud van alle technische installaties.
- De verwachting is dat de geselecteerde gebouwen nog minimaal 10 jaar in gebruik blijven.
- In de geselecteerde gebouwen zijn de eerste jaren geen grootschalige renovatieprojecten gepland die een aanzienlijk effect kunnen hebben op de energiefactuur. Deze piste kan wel bekeken worden wanneer de renovatie in het project kan geïntegreerd worden.
De financiering van een EPC-project kan door een entiteit zelf opgenomen worden of door de ESCO opgenomen worden. Bij interessante rentevoeten levert een lening afsluiten voor de ESCO eveneens interessantere voorwaarden op. Deze keuze ligt open en is te bekijken in functie van de budgettaire ruimte die een publieke dienst ter beschikking heeft. Bij de eerste projecten zorgt de ESCO voor de financiering. Deze werkwijze heeft als bijkomend voordeel dat de klant enkel betaalt als de prestatie gerealiseerd wordt. Wanneer zelf een lening afgesloten wordt, is het verhaal complexer. De partij die de lening afsluit staat in voor de terugbetaling ongeacht of het resultaat van het voorliggende project behaald wordt.
Het Vlaams Energiebedrijf zet deze aanbesteding zelf in de markt, VEB is ook tussenpersoon bij de onderhandeling met de verschillende ESCO’s.
Het is wel zo dat de entiteit nog steeds zelf aan het stuur zit, het VEB zal nooit een stap zetten vooraleer de entiteit zijn goedkeuring/opmerkingen doorgegeven heeft.
Ja, dat kan ook. Op voorwaarde dat er goede afspraken met de eigenaar van het gebouw gemaakt worden, en dat de huurder verantwoordelijk is voor het onderhoud en de energiefactuur.
Een typisch EPC-traject, van aanvraag tot gunning contract, neemt ongeveer een jaar in beslag. Afhankelijk van de beschikbare informatie en de stappen die al gezet zijn, kan dit traject eventueel nog verkort worden.
Per EPC wordt een nullijn vastgelegd waarin de parameters die een invloed hebben op het energieverbruik bepaald worden. Het effect op een EPC bij een hogere bezetting wordt daarin normaal gezien vastgelegd voor de verschillende partijen. Indien bezetting een beïnvloedende parameter is, zal de nullijn bijgevolg opnieuw berekend worden bij stijgende bezetting. De gerealiseerde energiebesparing zal ten opzichte van deze nullijn afgezet worden.
Het VEB is van mening dat onderhoud onlosmakelijk verbonden is met energie. Een efficiënt beheer en onderhoud van installaties zal in vele gevallen leiden tot een lagere energiefactuur. Daarnaast zorgt de koppeling van onderhoud en energie ervoor dat de ESCO op zoek zal gaan naar energiezuinige maar eveneens onderhoudsvriendelijke installaties. Indien voor installaties gekozen wordt met een hoge onderhoudskost zullen minder bijkomende energiebesparende maatregelen kunnen geïmplementeerd worden. Bij een EPC zit het onderhoud van de energiebesparende maatregelen sowieso mee in het contract. Wanneer u dit wenst kan het onderhoud van andere technische installaties mee in het contract opgenomen worden. In dat geval spreken we van een onderhoud- en energieprestatiecontract of OEPC.
Als de nadruk ligt op technische installaties en regelingen, loopt een EPC ongeveer tien jaar. Als gebouwschilmaatregelen mee opgenomen worden kan de duurtijd oplopen tot vijftien jaar of meer.
Na de looptijd van het energieprestatiecontract worden de installaties overgedragen aan de opdrachtgever. Om de daling in het energieverbruik te consolideren, dienen de nodige inzichten in de instellingen en parameters door de ESCO aan de opdrachtgever overgedragen te worden. In principe kan de opdrachtgever, wanneer hij dit wenst, hiermee zelf aan de slag.
Om ervoor te zorgen dat de installaties een aanvaardbaar niveau hebben wordt gewerkt met de norm NEN2767. De conditiestaat van alle installaties dient op het einde van het contract minimaal conditieniveau 3 (m.a.w. 'redelijke conditie', plaatselijk zichtbare veroudering, functie van bouwdelen niet in gevaar) te hebben en mag geen onaanvaardbare risico’s vertonen. Bijgevolg kan ervan uitgegaan worden dat de installaties nog een bruikbaar niveau hebben. Qua vervangingstermijn kunnen de normale termijnen in acht genomen worden.
Wie deze kosten betaalt, is afhankelijk van het type contract dat u afgesloten heeft. Bij totale waarborgcontracten zijn deze kosten meestal ten laste van de ESCO. Indien dit niet het geval is, zal de opdrachtgever een bijkomende kost aan de ESCO moeten betalen.
Hoeveel u op uw energiefactuur bespaart is afhankelijk van project tot project. Tijdens de looptijd van het contract gaat (een deel van) de energiebesparing naar de ESCO om de investeringen en het onderhoud van de energiebesparende maatregelen te betalen. Na de looptijd van het contract is de volledige winst voor u. Dat de opbrengst aanzienlijk kan zijn bewijst het eerste EPC-project bij OPZC Rekem.
Als u na 10 jaar verbouwt of bijbouwt, heeft dit geen effect op het EPC wanneer de termijn van het EPC korter is dan 10 jaar. Als dit tijdens het contract gebeurt, moet steeds gekeken worden wat het effect is op de bepaalde baseline (referentieverbruik). Een zeer beperkte wijziging zal niet tot een aanpassing van de baseline leiden. Grote wijzigingen zullen mogelijks dienen besproken te worden met de ESCO wanneer er een impact op het project te verwachten is.