25.06.25

Geldt de EPC-plicht voor jeugdinfrastructuur?

Moeten jeugdgebouwen ook een EPC hebben?” Die vraag leeft sterk in de sector. Het antwoord is: ja – maar welk EPC, en wanneer? In dit artikel bieden we antwoord op al je vragen.

Jeugdgebouwen zijn vaak geen publieke gebouwen 

Een veelvoorkomend misverstand: jeugdgebouwen zijn meestal niet-publieke infrastructuur, ook al zijn ze maatschappelijk toegankelijk. Ze vallen ook niet onder de regels voor overheidsgebouwen, maar wel onder de algemene EPC-plicht voor alle niet-residentiële gebouwen. 

Wat biedt zo’n EPC? 

Een energieprestatiecertificaat beoordeelt de energieprestatie van een gebouweenheid. Het geeft inzicht in de prestatie van de gebouwschil en aanwezige installaties voor verwarming, koeling, verlichting en ventilatie. Zo helpt het je op termijn om energie te besparen, kosten te verlagen en CO2-impact te verkleinen.  

Wat betekent dit voor jeugdinfrastructuur? 

Niet-residentiële gebouwen, zoals jeugdlokalen, moeten tegen 2050 koolstofneutraal zijn. Om dit te bereiken, worden de regels steeds strenger. Voor grote niet-residentiële gebouweenheden moet daarom (op termijn) verplicht een energieprestatiecertificaat worden opgesteld per gebouweenheid.  

Deadlines en mogelijkheden 

Elke organisatie moet iets doen, maar niet iedereen volgt hetzelfde pad. 

Vanaf 1 januari 2025 moet elk jeugdgebouw met een bruikbare vloeroppervlakte van 1.000 m² of meer een EPC NR (Niet-Residentieel) hebben. Vanaf 1 januari 2026 wordt deze oppervlaktegrens verder verlaagd naar 500 m² of meer. 

Als je lokaal kleiner is dan 500 m², kan je kiezen voor een alternatief energieprestatiecertificaat, het EPC kNR (klein Niet-Residentieel). Kies je voor dit certificaat, dan geldt een andere timing, en wordt het EPC pas tegen 1 januari 2030 verplicht. 

De keuze voor een bepaald type EPC (kNR of NR) heeft gevolgen voor de renovatieaanpak. Vraag daarom steeds advies aan jouw energiedeskundige bij het maken van de keuze.

Het verschil tussen EPC NR en EPC kNR?  

EPC NR: Dit is hét certificaat voor niet-residentiële gebouweenheden. Bestaat uit een energielabel en energiescore, en is 5 jaar geldig. Het label laat zien hoeveel van je energieverbruik uit hernieuwbare bronnen komt, en de score toont hoe energie-efficiënt je gebouw is. Er staan ook aanbevelingen in om je gebouw energiezuiniger te maken. 

EPC k-NR: Kleinere niet-residentiële gebouweenheden lijken vaak sterk op woningen, door hun beperkte afmetingen. Voor dit type werd daarom een aangepast EPC-certificaat ontwikkelt, dat lijkt op het EPC voor woningen. Dit certificaat is gebaseerd op berekeningen, heeft eigen renovatie- en prestatie-eisen, en is 10 jaar geldig. 

EPC NR (Niet-Residentieel) 

EPC kNR (Klein Niet-Residentieel) 

Voor gebouwen ≥ 500 m² 

Voor gebouwen < 500 m² 

Gebaseerd op gemeten energieverbruik 

Gebaseerd op berekeningen 

Labelverplichting: min. E tegen 2030 

Labelverplichting: min. D/E tegen 2030 

Complexer, maar accurater 

Milder, maar ook beperkter 

Wie is verantwoordelijk voor opmaak? 

De eigenaar, erfpachter, opstalhouder, of gevolmachtigde van het gebouw moet zorgen voor een EPC. Zij moeten een energiedeskundige inschakelen om het certificaat op te stellen. Vraag meerdere offertes op, want de prijs hangt af van de grootte en complexiteit van het gebouw. 

EPC-NR opmaken, hoe?  

Je kan voor de opmaak van alle types energieprestatiecertificaten bij VEB (Vlaams Energiebedrijf) terecht. Via deze link kom je meteen terecht op de juiste plek op ons energie-efficiëntieportaal. 

Heb je nog vragen of twijfel je over het juiste EPC voor jouw gebouw? VEB helpt je graag verder. Zo zetten we samen stappen richting een energiezuinige, betaalbare en toekomstgerichte jeugdwerking. 

Meer praktische info over hoe je deze aanvraag in kan dienen, kan je terugvinden via onderstaand stappenplan.