30.07.24

Het ambitieuze warmtenetproject van KARUS

Karus

Alle residentiële zorg groeperen op de historische Caritas-site in Melle: dat is de langetermijndoelstelling van KARUS vzw. Om dit mogelijk te maken, tekende de psychiatrische zorgorganisatie een ambitieus masterplan uit. De energetische renovatie van haar verouderde gebouwen vormt hierbij een grote uitdaging. De aanleg van een ondergronds warmteneten de implementatie van een geavanceerd gebouwbeheersysteem passen perfect binnen deze ambitie.

Wij gingen ter plaatse en spraken met Elsie Porrez (manager infrastructuur, technische dienst en milieucoördinator) en Dirk Focquet (stafmedewerker infrastructuur), die eveneens toelichting gaven bij de belangrijke rol van VEB in dit prestigeproject.

KARUS is een begrip in het Oost-Vlaamse zorglandschap. De vzw vloeide in 2018 voort uit de fusie van twee psychiatrische ziekenhuizen – Sint-Camillus in Gent (Sint-Denijs-Westrem) en Caritas in Melle – en biedt in haar ziekenhuis een breed spectrum van behandelprogramma’s voor kinderen, jongeren en volwassenen alsook een ondersteunend aanbod voor wonen en welzijn. Om in de toekomst nog beter te kunnen inspelen op de noden van diverse zorgvragers wil KARUS op termijn alle gespecialiseerde behandelprogramma’s organiseren op zijn 32 hectare grote site in Melle, op basis van een uitgekiend masterplan dat het de komende tien jaar gefaseerd wil uitrollen. Belangrijke voorwaarde is wel dat de verouderde en/of leegstaande gebouwen op de campus, waarvan sommige al uit het begin van de twintigste eeuw dateren, grondig gerenoveerd worden, in samenspraak met het Agentschap Onroerend Erfgoed en VIPA. “Een moeilijke evenwichtsoefening waarbij de energiedoelstellingen een forse uitdaging vormen”, vertellen Elsie Porrez en Dirk Focquet.

Dirk Focquet: “Ons renovatieverhaal startte in 2019. We zaten met een aantal stookplaatsen die ‘end of life’ waren en riepen de hulp in van Studieburo De Klerck Engineering (SDK). Rekening houdend met het historisch patrimonium zijn we op zoek gegaan naar een performante verwarmingsoplossing waarmee we onze gebouwen kunnen wapenen voor de toekomst, maar ook nog de nodige flexibiliteit kunnen inbouwen om eventuele nieuwe technieken te integreren. Eerst hebben we onze site in kaart gebracht via een grondige studie, vervolgens hebben we verschillende scenario's geanalyseerd om een optimale dekking van onze warmtebehoefte te bepalen en tot slot hebben we een hele reeks oplossingen tegen elkaar afgewogen.”

Uiteindelijk opteerden jullie voor de aanleg van een ondergronds warmtenet. Vanwaar die keuze?

Dirk Focquet: “We geloven sterk in gecentraliseerde energievoorziening en hadden er ook al wat ervaring mee, want op onze campus in Gent ligt een miniwarmtenet dat zes gebouwen voedt. Hadden we in ieder gebouw telkens een nieuwe stookketel en een afzonderlijk gebouwbeheersysteem moeten installeren, dan zou de totaalprijs op langere termijn hoger liggen. Bovendien zal het rendement van ons warmtenet een stuk beter zijn.”

Elsie Porrez: “Het is een pittige investering, maar wel eentje die snel zal renderen eens het systeem volledig in dienst is. Uit de ROI-berekening bleek dat de terugverdientijd ongeveer negen jaar bedraagt. Wat nadien komt, is in principe pure ‘winst’. Circa 2,5 miljoen euro financieren met eigen middelen is geen evidentie. Gelukkig kunnen we rekenen op een subsidie van 30% in het kader van de Vlaamse relancesteun.”

Hoe ziet jullie warmtenetsysteem er precies uit?

Dirk Focquet: “Om het technisch en financieel haalbaar te maken, hebben we ons beperkt tot het historische gedeelte van onze campus en wordt het warmtenet niet aangelegd in de vorm van een lus, maar met twee afzonderlijke ‘armen’. Daarmee zullen we in totaal veertien gebouwen voeden voor centrale verwarming en de productie van sanitair warm water. Het warmtenet wordt aangestuurd vanuit een nieuwe centrale stookplaats, die is ingericht in een van de bestaande paviljoenen achteraan onze site. Voorlopig is gas de primaire energiebron, maar zodra er voldoende gebouwen geschikt zijn voor lagetemperatuurverwarming willen we switchen naar een hernieuwbaar alternatief. In afwachting daarvan schakelen we het gasgestookte systeem uit zodra het stookseizoen voorbij is en werken we voor het sanitair warm water enkele maanden met decentrale lucht-waterwarmtepompboilers. Zo kunnen we ons gasverbruik alvast sterk reduceren en de groene stroom van onze zonnepanelen (450 kWp in totaal) optimaal inzetten. We breiden die PV-installatie binnenkort nog uit, dus we doen er alles aan om ons energieverbruik terug te dringen.”

Elsie Porrez: “Ook het centrale gebouwbeheersysteem, dat we samen met het warmtenet implementeren, wordt een echte gamechanger, vermits het ons zal toelaten om de warmte- en energievraag veel beter te sturen en te monitoren. Per gebouw zullen we de stookcurves en tijdsregimes naadloos kunnen afstemmen op de thermische performantie van de gebouwschil en de bezettingsgraad. Dit zal resulteren in een dubbel voordeel: een geoptimaliseerd verbruik én meer comfort voor onze zorgvragers. Dit laatste is allerminst te onderschatten, want in hun situatie kunnen ze ergernissen over een te koude of te warme binnentemperatuur missen als kiespijn.”

Hoever staan jullie intussen met de aanleg van het warmtenet? En wat zijn daarbij de voornaamste uitdagingen?

Dirk Focquet: “Begin oktober 2023 zijn de werken gestart en de eerste arm van het warmtenet is net klaar. We zitten in een psychiatrische setting, dus veiligheid is uiteraard prioriteit nummer 1. Daarnaast zijn ook de circulatieflow op de site en de bereikbaarheid van de verschillende gebouwen belangrijke aandachtspunten. Door in twee fases te werken, kunnen we hier optimaal op inspelen. Mits wat meer geluk met het weer hopen we de realisatie van de tweede arm eind dit jaar te kunnen afronden.”

Elsie Porrez: “Aangezien er geen duidelijke plannen bestaan van wat er allemaal in de ondergrond zit qua nutsleidingen, moeten de graafwerken zeer voorzichtig gebeuren. We maken wel van de gelegenheid gebruik om de bodem meteen grondig op te meten en in kaart te brengen. Er zit ook wel wat reliëf in de site. Om alle leidingen waterpas te krijgen, moeten we op sommige plekken tot 3 meter diep gaan. Naast de aanleg van het warmtenet vernieuwen we overigens ook het glasvezelnetwerk, de buitenverlichting en de voedingsleidingen van de buitenhydranten. Zo hoeven we de bodem slechts één keer om te spitten en blijft de hinder beperkt tot deze uitvoeringsperiode.”

In de voorbereidingsfase hebben jullie een beroep gedaan op de expertise van VEB. Hoe hebben zij jullie geholpen om dit project mogelijk te maken?

Dirk Focquet: We werken al langer goed samen met VEB – in 2018 waren we een van de eerste partijen die energiescans lieten uitvoeren – dus toen de relancemiddelen beschikbaar werden, hebben we hen meteen gecontacteerd. Vermits VEB al over een passende raamovereenkomst beschikte, konden we snel schakelen. We werden zowel administratief als juridisch maximaal ontzorgd. Al onze noden en wensen werden accuraat vertaald naar gedetailleerde bestekken met een solide juridische basis, die het uitgangspunt vormden voor de minicompetitie die VEB uitschreef om een geschikte aannemer te vinden. Dat heeft er zeker toe bijgedragen dat we onze ambitieuze plannen nu vlot en efficiënt in de praktijk kunnen brengen.”

Elsie Porrez: “VEB is een ideale partner in ons streven naar een duurzame toekomst. Dankzij dit project zitten we op schema voor de tussentijdse klimaatdoelstellingen van 2030 en met de uitrol van ons masterplan zullen we in principe ook voldoende gewapend zijn om de finale klimaatdoelstellingen van 2050 te halen. Het is geen sinecure om het energieverbruik zo sterk terug te dringen in deze specifieke setting, maar we geloven rotsvast in onze aanpak. VEB helpt ons om de complexe puzzel te leggen en de beschikbare middelen optimaal in te zetten. Hun ondersteuning wordt ten zeerste geapprecieerd.”