Resultaten marktonderzoek energietransitie
De noodzaak van energietransitie lijkt evident, de concrete toepassing niet
De meerderheid van de publieke instanties in Vlaanderen zijn al bezig met de energietransitie. 20 à 25% van onze steekproef is zelfs al relatief ver gevorderd in hun traject – vaak met een gedetailleerde en volledige planning, en duidelijk zicht op het kostenplaatje. Een veel grotere groep (60 à 65%) is de energietransitie ook al begonnen, maar beschikt nog niet over een totaalplan of gedetailleerd kosteninzicht. 15 à 20% van de steekproef is zelfs nog niet begonnen. In deze cases ontbreekt ook het bewustzijn van de transitiebepalingen en implicaties voor hun organisatie.
Hoewel het grootste deel van de publieke instanties zich duidelijk bewust is van het belang van de energietransitie in hun organisatie, blijkt het vaak veel minder duidelijk hoe ze daar exact aan moeten beginnen. 48% van onze respondenten geeft immers aan dat ze een grote behoefte hebben aan steun en begeleiding bij het plannen en initiëren van de transitie.
Wat motiveert publieke instanties?
Een andere duidelijke bevinding uit onze bevraging zijn de beweegredenen van publieke organisaties om de transitie te starten. De belangrijkste motivaties zijn besparing op de energiefactuur en wettelijke verplichtingen. Voor lokale besturen speelt daarnaast ook het idee van de voorbeeldrol die ze hebben mee, terwijl het comfort van de gebruiker in de zorgsector dan weer centraal staat.
Wat zijn de hindernissen?
Het ontbreken van een concreet plan en inzicht in het uitstippelen van het eigen transitietraject heeft verschillende redenen. Onze respondenten geven het vaakst aan dat dit te wijten is aan een gebrek aan personeel, tijd en geld – dit in combinatie met de afwezigheid van een ‘Sense of urgency’. De technische profielen in publieke organisatie hebben dit gevoel van urgentie over het algemeen wel, maar dit sijpelt veel minder door bij de besluitvormers hogerop.
Tussen de verschillende takken binnen de publieke sector zijn er amper noemenswaardige verschillen. Het grootste verschil zien we vooral op basis van de grootte van organisaties. Kleine en middelgrote organisaties, ongeacht hun sector, hebben het vaak veel lastiger om een transitietraject uit te stippelen dan hun grote tegenhangers.
Hoe lossen we dit op?
Om de energietransitie binnen elke organisatie succesvol te volbrengen, is er nood aan een goede langetermijnplanning. Dit vraagt op zijn beurt meer strategische ondersteuning, begeleiding en bewustwording bij de besluitvormers van de betrokken organisaties. Vooral kleine tot middelgrote organisaties moeten hier beter in ondersteund worden. Het concept van trajectbegeleiding zou hier een antwoord op kunnen bieden. Hieronder verstaan we een combinatie van strategische ondersteuning en ontzorging. 76% van onze respondenten gaven aan dat ze dit de interessantste oplossing vonden voor de hindernissen waar veel organisaties nu tegenaan botsen. Dit is iets waar we vanuit het VEB graag voor pleiten én ons mee voor willen engageren.